Euforie blijft uit bij Sting...
Een beschaafd avondje uit. Alles aan het concert van Sting in de Rotterdamse Ahoy' ademde goede smaak en harmonie. Het publiek roezemoesde voor aanvang op gedempte toon en ontving zijn held met een instemmend applaus. Sting vindt de omhelzing door zijn gehoor bij opkomst de beste drug die er bestaat, maar moest het dit keer doen met een karige dosis.
Niet dat hij zijn fans onverschillig laat, maar stampen en joelen zit hen gewoon niet in het bloed. Zij houden van 'de betere popmuziek', wat dat ook moge zijn, en het niveau is navenant. Sting, alias Gordon Sumner, en zijn zevenkoppige band maakten ook al een gedistingeerde indruk. Gekleed in verschillende combinaties van zwart stonden ze voor een decor van lange doeken, waarop telkens een ander abstract kleurentafereel werd geprojecteerd.
En dan de muziek: die klonk als een klok. Zelden werd er in Ahoy' zo'n glasheldere geluidsafstelling tot stand gebracht. Elk tokkeltje op de gitaar, elk handklapje van het koor, ja, zelfs elk woord uit de mond van Sting was duidelijk te onderscheiden. Hoe kan het dan dat toch de euforie uitbleef? Waar was de vonk, die de overgave afdwingt?
Bij het tweede nummer If you love somebody set them free leek de avond nog veelbelovend. Opzwepend ritme, prikkelende tekst. Het sloot thematisch perfect aan bij het optimisme van zijn laatste album Brand New Day, dat geloof koestert in het herstel van ontregelde liefdesrelaties. Maar het leek wel of de inhoud er niet zo veel toe deed, want Sting zong alle songs met dezelfde strakke, snerpende stem.
Dus kwam het vooral op de muziek zelf aan en wat dat betreft kan de man putten uit een rijk repertoire. Van geheide meezingers als Roxanne uit de tijd van de Police tot de complexe, jazz-achtige stukken op zijn eerste solo-albums. Op zijn latere werk is deze veelzijdigheid versmolten met stukjes Algerijnse pop, latin, soul en sinds kort zelfs countrymuziek. Dat kwam tijdens het concert dankzij de uitstekende begeleiders allemaal zonder haperen over het voetlicht. De gitarist kon zowel de staccato Afrikaanse stijl feilloos spelen als jankende country klanken en drenzende rock-akkoorden produceren. De trompettist toverde mirakelse capriolen uit zijn instrument, de toetsenist imponeerde door zijn vingervlugheid. En als het nodig was dirigeerde Sting zelf met korte rukken aan zijn basgitaar
het hele gezelschap naar een passend slot. Maar hij wist het publiek niet massaal in vervoering te brengen. Mogelijk stond het streven naar perfectie hem wel in de weg. Of misschien is hij gewoon te veel een heer, zoals hij zingt in Englishman in New York. Begaafd, beschaafd, maar zonder gloed.
(c) BN DeStem by Ann Bouwma