Sting op Gent Jazz: hij kwam, hij kwam niet, hij kwam toch en overwon alsnog...
Drie jaar geleden kwam hij niet, op aanraden van zijn dokter. Twee jaar geleden mocht hij niet, op aanraden van zowat alle dokters. Een jaar geleden: weer van dat. Sting liet Gent Jazz dus bijna vier jaar op hem wachten. Maar vandaag mocht het niet misgaan: geen Roxanne die het licht op rood houdt, geen huiszoeking van The Police, geen wandeling op de maan die dubbel geboekt stond in de agenda. Alleen Sting en Gent, Gent en Sting.
Sting dus, die op papier nog best goed op Gent Jazz paste. Hij speelde al in swingbands toen Stewart Copeland hem vroeg voor The Police en toen die band ermee ophield, liet hij voor elk van zijn soloplaten wel een of meerdere jazzgrootheden aanrukken van bijna vaste luitenant Branford Marsalis tot Manu Katché, die ‘Englishman in New York’ hups indrumde.Englishman in New York’ was meteen al het tweede nummer in Gent, maar zonder de swingpassage. De band, met trouwe rechterhand Dominic Miller op de ene gitaar en zijn zoon Russ op de andere, gaf het volk wel wat het wilde: de ene hit na de andere, solide en met vaart gespeeld. Vóór ‘Englishman’ opende Sting met ‘Message in a Bottle’, daarna volgde ‘Every Little Thing She Does is Magic’: als hij een coureur was, kreeg hij in de ploegbus naar zijn kloten omdat hij met zijn krachten aan het woekeren was nog voor de eerste col. Daarna bracht hij nog eens solodebuut ‘If You Love Somebody Set Them Free’. Serieus, prop een rosse cent onder Stings strakke oranje shirt - bijzonder strak shirt voor een zeventigjarige trouwens - en er komt geheid een briefje van honderd pond uit zijn mond. Wat een man, wat een band. Tikje routineus afgewerkt misschien, net niet blasé, maar dat zeg je ook niet als Lukaku zijn twintigste van het seizoen tegen de netten buffelt.wee nummers uit Stings nieuwe plaat ‘The Bridge’, nog ongeboren toen hij drie jaar geleden eigenlijk op Gent Jazz had moeten spelen, brachten lucht in de set. Vooral ‘If It’s Love’, met een gefloten intro van de meester zelf, wil ik nog vaker horen.
‘Wrapped Around Your Finger' werd in een flinterdun laagje dub gewikkeld en in ‘Walking On The Moon’ bekende Sting waar hij de mosterd als jonge reggaefan vandaan haalde door een stukje Bob Marley te zingen. Ook op andere momenten knipoogde de popster met zwier naar zijn verleden en dat van anderen. Voor ‘Brand New Day' liet Sting fijntjes aan zijn jonge harmonicaspeler weten dat het originele mondgeschuif van Stevie Wonder was en of hij de druk wel aankon. Tijdens ‘Shape of My Heart’ nam een backing vocal plots de tekst van rapper Juice WRLD over die het nummer in kwestie ooit sampelde.
Nog een grapje, bij het begin van de bisronde: Sting die aan het publiek vraagt wat het wil horen, terwijl ‘Roxane’ nog niet gespeeld was. De dame van plezier mocht zelfs wat langer wachten om haar rode lichtje uit te doen, want de klassieker van The Police groeide in Gent uit tot een langgerekte meezinger. Het spoelde de opgefokte versie van ‘Every Breath You Take’ door - ik vind dat nummer persoonlijk schoner als het traag is. Voor ‘King of Pain’ kwam een doordeweekse zanger op het podium die door Sting zelf vrij droog aangekondigd werd als ‘mister Joe Sumner‘. Zijn zoon, met andere woorden, die daar bovendien alleen maar stond omdat... tja, waarom?
Mooi om te midden van al die wereldhits dan toch niet cliché te eindigen: we werden naar huis gestuurd met het poreuze ‘Fragile’, waarvoor Sting zelfs één keer zijn bas inruilde voor een akoestische gitaar. Het moest iets zijn om over na te denken, maar de enige gedachte die ik heb, is: fragiel? Hoe kan je zelfs zo sterk zijn en zo goed zingen op je zeventigste? Je kan hem als performer hoogstens verwijten dat zijn duizend honderdvijftiende keer ‘Fields of Gold’ niet zo spannend was als de eerste ooit moet zijn geweest, maar over anderhalf uur in glanzend papier verpakt vakmanschap heb je eigenlijk maar weinig te zeuren.
(c) Humo by Jasper van Loy